Nasir Jones (1973) wordt geboren in Queensbridge, New York. Hij groeit op in de projects, een Amerikaanse variant van sociale woningbouw die bijna altijd een somber, gevaarlijk ghetto oplevert. Zijn vader is een jazz-muzikant die steeds meer opgaat in de wereld van drugs en groupies. Het huwelijk van zijn ouders strandt dan ook wanneer Nas twaalf is. Als Nasty Nas verwerkt hij al jong zijn harde leefwereld in rap. Daarnaast brengt hij veel tijd door met zijn vrienden op straat, met alle bijkomende activiteiten en problemen. De moord op één van zijn vriendjes is een dramatisch dieptepunt in zijn jonge leven. Vanaf zijn tienerjaren beklimt Nas zo vaak mogelijk het podium om zijn rhymes aan het gehoor te brengen. Prominenten uit de New Yorkse scene, zoals The Large Professor, zijn onder de indruk. In 1991 valt hij op door zijn bijdrage aan Live At The Barbeque van Main Source. Het leidt uiteindelijk tot een contract met Columbia Records. Zijn debutalbum Illmatic uit 1994 zal uitgroeien tot een klassiek hiphop-album. Met producers DJ Premier, Large Professor, Pete Rock, L.E.S. en Q-Tip komt de bijzondere flow van Nasty Nas goed tot haar recht. De verkoop blijft echter achter bij de verwachtingen. Als Nas Escobar brengt de rapper in 1996 zijn tweede album uit: It Was Written. Het album komt uit terwijl de East Coast/West Coast problemen tot een kookpunt zijn gekomen. Nas heeft doorlopend tekstuele aanvaringen met Tupac, die tijdens de MTV Awards bijna omgezet worden in een vechtpartij. Volgens Nas wordt het dezelfde avond bijgelegd. Twee dagen later wordt Tupac vermoord. Net als Ja Rule wordt ook Nas in de hitparades bekend door gast-raps bij grote artiesten. Zo maakt het grote publiek in Nederland kennis met de rapper door zijn samenwerking met Lauryn Hill in 'If I Ruled The World'. Tot 1999 beperkt Nas zich tot dit soort gast-raps, daarna verschijnt zijn autobiografische album I Am
The Autobiography. De track die hij samen met superster Puff Daddy opneemt, 'Hate Me Now', wordt een internationale hit. De samenwerking met Sean Combs ligt in de nieuwe koers die hij vaart: de invloed van mainstream R&B en pop wordt steeds groter. De solo-albums die hij uitbrengt hebben niet de impact op de fans en de hiphop-critici die zijn vroege werk had. Pas in 2001 stopt hij zijn alter ego Nas Escobar definitief in de kast. Met Stillmatic levert Nas weer een volwaardig hiphop-album. In 'One Mic' benadrukt hij zijn kracht als MC. Daarnaast trekt hij fel van leer tegen Jay-Z, die hem eerder publiekelijk beledigd heeft. De beef bereikt een hoogtepunt als op Jay-Zs album The Blueprint een even heftige tegenreactie staat. Ruim een jaar na Stillmatic komt Nas met een nieuw album: Gods Son. Het album is sterk beïnvloed door het overlijden van zijn moeder in 2002. Het is een persoonlijke plaat, waarop het afkraken van andere rappers op een lager pitje is komen te staan. Op de plaat is een sample van zijn vaders trompetspel te horen, en zelfs een track met zijn oude vijand Tupac: 'Thugz Mansion'. Toch komen niet alleen zware onderwerpen aan de orde. Over de ruzie met Jay-Z wil Nas niet teveel meer kwijt aan de pers, maar Nas benadrukt op Gods Son nog maar even dat hij, in tegenstelling tot anderen wel een authentieke hardcore rapper van de straat is. Een origineel staaltje braggin and boastin in 'Made You Look' levert een nieuwe hit op. Aan het eind van 2002 scoort hij bovendien een exclusieve hit in Nederland wanneer rapper Brainpower 'One Mic' nieuw leven inblaast met zijn Nederlandse rhymes.
King's Disease III 
