Richard Marx

De Amerikaan Richard Noel Marx (1963) groeit op in Highland Park, Illinois. Op zijn vijfde zingt hij een paar reclamejingles in die geschreven zijn door zijn vader, Dick Marx.

Lionel Richie

Als Richard Marx zeventien jaar is krijgt Lionel Richie bij toeval een tape in handen met daarop een aantal door hem gezongen liedjes. Richie is erg onder de indruk en moedigt hem aan naar Los Angeles te komen. Dat doet Marx nadat hij zijn highschool heeft afgerond.

Achtergrondzanger

Tijdens die eerste jaren in Los Angeles werkt hij als achtergrondzanger voor artiesten als Lionel Richie, Madonna en Whitney Houston. Daarna komt zijn carrière als songwriter langzaam van de grond.

Chicago

In 1984 geeft Marx een demoversie van ‘Crazy’ aan Kenny Rogers. Het wordt een nummer 1-hit in de country-charts. Richard Marx blijft ook liedjes schrijven, onder andere voor de groep Chicago en R&B-zanger Freddie Jackson.

Richard Marx

Zijn eerste contract tekent Marx bij de grote maatschappij EMI/Manhattan Records. Samen met onder meer Fee Waybill van The Tubes en Randy Meisner van The Eagles stelt hij zijn eerste album samen: Richard Marx.

Hitlijsten

Het album wordt met succes uitgebracht in juni 1987. Richard Marx wordt de eerste mannelijke artiest die met vier nummers van een debuutalbum in de top 3 van de hitlijsten belandde: “Don’t mean nothing” (debuutsingle, mei 1987), “Should’ve known better”, “Endless summer nights” en “Hold on to the nights”.

Nominatie Grammy

Dit laatste lied wordt Richards eerste nummer 1-hit. Na dit succes volgt de eerste wereldtour. Zijn muzikale succes leidt in 1988 tot nominatie voor een Grammy Award in de categorie “Best rock vocal performance” met het nummer “Don’t mean nothing”.

5 miljoen

Marx’ tweede album, Repeat offender, komt binnen op 1 in de albumhitlijsten en wordt alleen al in de VS 5 miljoen keer verkocht. In de lente van 1989 begint Marx aan zijn tweede wereldtour, die hem naar Australië, Singapore, Japan, Europa, Canada en de VS brengt. In 1990 kreeg hij zijn tweede Grammy-nominatie voor het nummer 'Right here waiting'.

Billy Joel

Richard Marx’ derde album Rush street, wordt uitgebracht in 1991 en bevat de hit ‘Hazard’. Aan deze cd werkten een aantal grote namen mee, zoals Luther Vandross en Billy Joel. In 1994 besloot Richard met zijn gezin terug te keren naar Chicago en in hetzelfde jaar brengt hij zijn vierde album uit: “Paid vacation”.

The Getaway

Singles van deze cd zijn ‘Now and forever’ en ‘The way she loves me’. Het nummer ‘Now and forever’ wordt gebruikt voor de soundtrack van de film The Getaway.

Eigen platenmaatschappij

Het vijfde album Flesh and Bone wordt in 1997 uitgebracht. Datzelfde jaar verschijnt een Greatest hits-album. Samen met drummer en producer Bobby Colomby richt Marx in 2000 zijn eigen platenmaatschappij op: Signal 21 Records.

Zevende

Onder dit label verschijnt zijn zesde studioalbum uit, getiteld Days in Avalon. In 2004 tekent Richard wederom bij EMI/Manhattan Records en brengt hij zijn zevende plaat uit. Op het album My own best enemy staan onder meer de singles 'When you’re Gone' en 'Ready to fly', liedjes die wederom de hitlijsten halen. In ditzelfde jaar wint Richard een Grammy Award voor het lied “Dance with my Father” van Luther Vandross, een lied dat ze samen geschreven hebben.

Klassiek liefdesliedje

In 2007 brengt Marx de ballade 'Your Goodbye' uit, een remix van zijn klassieke liefdesliedje 'Hold On To The Nights.' Deze compilatie verschijnt bij het label Spotlight. Een jaar later volgt, 'Entitled Duo', een duet met Matt Scannell dat via de site van Marx te downloaden is.