Native Tongues
In 1985 richten Q-Tip, Phife Dawg en Ali Shaheed Muhammed samen met erelid Jarobi 'Quest' op. De jongens komen allemaal uit Brooklyn, New York en maken deel uit van dezelfde lichting als The Jungle Brothers en De La Soul. Hun vrienden van de Jungle Brothers maken hun naam af, sindsdien heten ze A Tribe Called Quest (ATCQ). De drie groepen bij elkaar worden in de volksmond 'The Native Tongues' genoemd. Door de buzz die er rondom de groepen ontstaat en de energieke optredens die ATCQ geeft, slepen ze in 1989 een grote platendeal in de wacht bij Jive Records.
Positiviteit
ATCQ ontwikkelt zich tot een vernieuwende hiphopgroep. Niet alleen hebben ze muzikaal gezien een jazzy sound, met flinke bassen en eclectische samples; de teksten van Q-Tip en Phife Dawg zijn inhoudelijk, positief en grappig. Ze rappen over zaken als het begruik van het N-woord en hoe relevant dat wel of niet is, politiek en problemen als daterape. In 1990 brengen ze "Peoples Instinctive Travels and the Paths of Rhythm" uit, een album dat groots aanslaat. Hun singles "Can I Kick It" en "I Left My Wallet In El Segundo" slaan in als een bom. In 1991 volgt hun tweede album "The Low End Theory", wat bekend komt te staan als een van de succesvolste follow-up albums in de hiphop.
The Ummah
In 1996 vormen Q-Tip, Ali Shaheed Muhammed en Jay Dee (inmiddels bekend als Jay Dilla van Slum Village) het productieteam 'The Ummah'. Ze produceren muziek voor onder meer D'Angelo, Janet Jackson en Faith Evans. Optreden doet ATCQ nog steeds veelvuldig, maar na het vijfde album "The Love Movement" zijn ze klaar met het maken van eigen albums.