Finn Andrews is de zoon van keyboardspeler Barry Andrews. Hoewel hij opgroeit met muziek ziet de jonge Andrews zichzelf toch eerder schilder dan muzikant worden. Hij verhuist met zijn moeder vanuit Engeland naar het platteland van Nieuw-Zeeland. Pas nadat hij daar in contact komt met de lokale folk-scene raakt hij geïnteresseerd in muziek.
Razende start
Als Andrews 18 is verhuist hij terug naar Londen. Hij raakt al snel bevriend met de toekomstige leden van de band: Ben Woollacott (drums), Adam Kinsella (bas) en Oliver Drake (gitaar). Het is dan 2001. Binnen een paar maanden zijn The Veils een feit en aan het eind van het jaar hebben ze een contract bij het label Rough Trade voor het opnemen van een eerste album. Artistieke meningsverschillen en discussies over afspraken in het contract volgen, voordat begin 2004 het debuutalbum The Runaway Found uitkomt. Daarna is de onenigheid binnen de band nog niet voorbij, want twee maanden later meldt Andrews dat de andere bandleden The Veils verlaten hebben. Toch komt er een nieuw album aan, waar buiten Andrews geen van de vroegere bandleden aan meewerkt.
Nux Vomica
Meer dan op het eerste album zijn Andrews inspiratiebronnen op Nux Vomica duidelijk te herkennen: Bob Dylan, Tom Waits en Patti Smith, maar ook Suede en Jeff Buckley. Niet voor niets doet de hartstochtelijke muziek van the Veils denken aan de melancholische muziek van bijvoorbeeld Coldplay. The Veils staan in 2006 op zowel Pukkelpop als op Lowlands.
Sun Gangs
De afwisseling tussen het understatement van een singer-songwriter en de bombast van acts als Coldplay of Snow Patrol zorgen niet voor een enorme populariteit. Sun Gangs is alweer het derde album van The Veils, maar gaat grotendeels voorbij aan het grote publiek.
Time Stays, We Go
Ondanks het uitblijven van hits blijven Andrews en consorten stug doorwerken, wat resulteert in Time Stays, We Go. 'Through The Deep, Dark Wood' klinkt als een stadionrocker. Misschien wordt het toch nog eens wat met deze jongens.