Geof Barrow
Geoff Barrow is de stuwende kracht achter Portishead. Begin jaren 90 bedient hij de opnameapparatuur bij de opnames van het debuutalbum van triphop-grondleggers Massive Attack. Via hen komt hij in contact met de echtgenoot van Neneh Cherry en kan hij de muziek schrijven voor haar nummer 'Somedays'. Barrow werkt verder aan remixes van Primal Scream, Paul Weller en Depechte Mode en produceert voor Tricky. In 1991 ontmoet Barrow pubzangeres Beth Gibbons. Als Portishead brengen ze in juni 1994 de film-noir 'To Kill A Dead Man' uit, te zien in één Londense bioscoop.
Naam Portishead
Barrow wilde altijd al een soundtrack maken en in plaats van een kans af te wachten, besluit hij meteen ook zelf de film te maken. Zowel Barrow als Gibbons acteren in de film. De naam Portishead komt van het plaatsje vlakbij Bristol waar Barrow zijn jeugd heeft doorgebracht. Toen Barrow voor Massive Attack werkte, werd hij 'the lad from Portishead'genoemd, en zo kwam hij op het idee voor de groepsnaam.
Studio
Samen met een aantal gastmuzikanten, onder wie Adrian Utley en Dave McDonald, gaat Portishead de studio in. Het resultaat is atmosferisch met Gibbons ijle stem. Lome beats nodigen uit om achteruit te leunen, maar de spooky samples en sluimerend aanwezige orgel brengen de luisteraar steeds terug naar het puntje van zijn stoel. Het geheel herinnert aan een soundtrack.
Dummy
Het debuutalbum Dummy ligt in 1994 in de rekken. Aanvankelijk wil de band geen interviews geven en niet live optreden. De platenmaatschappij zit met de handen in het haar: hoe promoten ze een album van een nieuwe band zonder interviews en zonder optredens? Uiteindelijk komen ze op het idee reclamepoppen (dummies) op verschillende plekken in Londen te plaatsen.
Hitlijsten
De singles 'Numb' en vooral 'Sour Times', die in de VS en Engeland een hit wordt, zorgen er uiteindelijk voor dat ook minder alternatieve muziekliefhebbers het album een plaatsje geven in hun collectie. Aan het eind van het jaar zetten veel muziekcritici het album in hun persoonlijke eindejaars-top tien.
Tournee
Onder druk van de pers en fans gaat Portishead in 1995 toch op tournee. Ook Paradiso mag de triphopband ontvangen, en in een uitverkochte zaal zijn de reacties lovend. Na de tour horen we een tijdlang niets van Portishead. Barrow werkt mee aan Radar, het debuutalbum van Earthling, en Portishead-klonen veroveren de hitlijsten. Maar voor een nieuw Portisheadalbum is het wachten tot 1997.
Donker
Als Portishead klaar is, zijn ook Utley en McDonald officieel lid van de band. Portishead werkt voor het nieuwe album verder op de basis van Dummy, met dat verschil dat Portishead nog donkerder klinkt. Als het een droom is, is het een nachtmerrie en als het een film is, dan wel een David Lynch en geen sprookje met een goede afloop.
Optreden
Nog voor de release van Portishead, in juli 1997, speelt de band in de Roseland Ballroom in New York. Het optreden, het enige met een viool- en kopersectie, zal op cd en video verschijnen. Maar voor het live-album uitkomt vertrekt de band eerst op tournee. In tien maanden tijd reist de Portishead met dj Andy Smith, hun vaste tour-dj, de wereld rond.
Derde plaat
Ondanks geruchten in 2002 komt er voorlopig geen nieuwe album uit. Wel verschijnt nog het solo-album van zangeres Beth Gibbons. Portishead vertoont in augustus 2006 weer tekenen van leven als er twee nieuwe tracks op hun MySpace-site worden gezet. Een derde plaat laat nog echter nog op zich wachten.
Comeback
Portishead gaat eind 2007 het podium weer op. De groep speelt op het All Tomorrow's Parties-festival, dat op 7, 8 en 9 december plaatsvindt in Minehead, Groot-Brittanië. Portishead zal voor het eerst in tien jaar nieuw materiaal ten gehore gaan brengen. Of er ook eindelijk een nieuw album zal worden uitgebracht, is niet bekend.