Het jaar dat de Eagles uit elkaar gaan, 1982, verschijnt I Can't Stand Still. In Nederland doet de single 'Dirty Laundry' helemaal niets, maar in de Verenigde Staten haalt het nummer de derde plaats van de Billboard Hot 100 en levert Henley een gouden single op. In de zomer van 1984 verschijnt in de Verenigde Staten 'Boys Of Summer'. De single is voorzien van een artistieke zwartwit clip. Hoewel het nummer in Nederland (release: winter 1985) niet verder dan de 26e plaats komt, blijkt het een klassieker.
Dubbel Platina
'Boys Of Summer' is te vinden op het tweede album van Don Henley: Building The Perfect Beast (1984). Van het album worden in de Verenigde Staten meer dan 2 miljoen exemplaren verkocht (dubbel platina). The End Of The Innocence uit 1989 doet het nog beter dan zijn voorganger. Dit album staat drie jaar in de Billboard 200 gaat meer dan 3 miljoen keer over de (Amerikaanse) toonbank en levert Henley een aantal (Amerikaanse) hits op: 'The End Of The Innocence', 'The Last Worthless Evening' en 'The Heart Of The Matter'. In Nederland worden 'The End Of Innocence' en 'New York Minute' radiohitjes.
Greatest Hits
The End Of The Innocence is het laatste album van Don Henley van dat millennium. Wel verschijnt in 1995 Actual Miles: Henley's Greatest Hits. Don Henley spant in 1991 een rechszaak tegen Geffen aan als het label de verzamelaar dan al wil uitbrengen. Naast de Leonard Cohen cover. 'Everybody Knows' zijn er twee nieuwe tracks op Actual Miles: Henley's Greatest Hits te vinden. In 1997 gaat Don Henley aan het werk voor een nieuw album.
Een nieuwe eeuw
Inside Job verschijnt pas in 2000. Het album is geschreven en geproduceerd door de zanger zelf, in samenwerking met Stan Lynch (een van Tom Petty's Heartbreakers). Op de vraag waarom het album zolang op zich heeft laten wachten, antwoordt Don Henley: "After a couple of decades of being a public figure, a person grows tired of his own face, his own voice. (...) One day you wake up and you’re wearing the pathetic clown suit. Although I always tried to lead a varied life that included charitable work, I had reached a point where I wanted to do something proactive — something that wasn’t completely ‘me’ oriented.” In 2002 is Don Henley te horen op C'mon C'mon, het album van Sheryl Crow.