Ken je klassiekers
Als Jake Bugg twaalf is pakt hij zijn eerste gitaar op. Zijn klasgenoten luisteren Kelis en Beyoncé, de jonge Jake houdt meer van Don mc Lean en Jimi Hendrix. In 2007 -een jaar nadat hij voor het eerst aan de snaren plukt- begint hij zijn eigen liedjes te schrijven. Bugg’s mengsel van indierock en folk (zelf vindt hij Bob Dylan „geen grote invloed”, maar de gemiddelde luisteraar zal dat misschien toch anders zien) begint langzaam maar zeker aan te slaan; in 2011 staat hij op Glastonbury.
Lightning Bolt
2012 is het jaar van de grote doorbraak: de debuutsingle 'Lightning Bolt’ wordt op de Olympische Spelen van London gedraaid als levende legende Usain Bolt zijn warming-up doet voor de finale van de 100 meter sprint. Geen beroerde airplay voor je eerste single! In oktober van hetzelfde jaar verschijnt het eerste album, simpelweg Jake Bugg genaamd. Met de hulp van Iain Archer (bekend van Snow Patrol), die meeschrijft en produceert, wordt het een zeer geslaagd debuut. Jake Bugg is geen bijster inventieve muzikant, maar hij weet wat hij doet en doet het goed.
Nummer twee, altijd lastig
Het succes van Jake Bugg werkt door tot in de VS. Sterproducer Rick Rubin nodigt Bugg uit in zijn studio te Malibu. De studio heeft een naam (met typisch Amerikaans overstatement): Shangri-La. Bugg vond dat blijkbaar wel lekker klinken, want het tweede album heet Shangri-La. Bugg heeft zichzelf met dit album niet opnieuw uitgevonden: hij blijft met zijn nasale stemgeluid dezelfde folky indie maken. De poging tot authenticiteit van zijn folky klanken in combinatie met de flitsende productie van Rubin zorgt voor een plaat die wat geforceerd aanvoelt. Desondanks staan er een paar lekkere rockers op, zoals 'What Doesn’t Kill You’.
Pinkpop
Bugg speelt in 2013 in Paradiso. Het concert verkoopt in een mum van tijd uit; wie zich hierdoor de haren uit het hoofd trekt van frustratie krijgt een herkansing: Bugg staat in 2014 op Pinkpop.