Sonny Rollins

Thelonious Monk

Theodore Walter Rollins is geboren in 1930 in New York City en groeit op in Harlem de buurt van het Apollo theater. Geinspireerd door Louis Jordan begint hij op zijn 16e in het bebop tijdperk te spelen op een altsax. Thelonious Monk wordt zijn muzikale mentor. Nog voor zijn 20ste werkt hij aan opnamen met onder meer Bud Powell en Miles Davis.

Sabbatical

In de jaren 1956 tot 1958 wordt Rollins beschouwd als een van de meest getalenteerde en innovatieve tenorsaxofonisten in jazz. In deze tijd heeft hij een aantal albums uitgegeven die zijn stijl kenmerken, zoals Valse Hot, St. Thomas, Blue 7, Way Out West, It Could Happen to You en The Freedom Suite. Evenals zijn onbegeleide solospel. Tussen 1959 en 1961 trekt hij zich voor de eerste keer terug uit het publieke optreden om zich te kunnen bezinnen. Tussen 1962 en 1966 heeft hij weer een productieve periode met onder meer Jim Hall, Don Cherry, Paul Bley, en Hawkins. Maar de onvrede blijft en hij trekt zich in 1966 weer terug en verdiept zich in Oosterse religies. Hij gaat naar India en Japan en verblijft voor een langere tijd in een klooster. "I resurfaced in the early 70s, and made my first record in `72. I took some time off to get myself together and I think it's a good thing for anybody to do."

Prestigieuze prijzen

In de jaren zeventig keert hij weer terug mede dankzij de steun en toeverlaat van zijn echtgenote Lucille (overleden in 2004) die zijn zaken beheert. Hij wint twee grammies in 2000 en 2004. In datzelfde jaar krijgt hij de Lifetime Achievement Award van de National Academy of Recording Arts and Sciences toegekend. In 2009 krijgt hij nog zo'n prestigieuze prijs: the Austrian Cross of Honor for Science and Art, First Class. Op zijn 80ste is hij een van de 229 leidende stemmen in wetenschappen, sociale wetenschappen, geesteswetenschappen, kunst en cultuur van de American Academy of Arts and Sciences. “I am convinced that all art has the desire to leave the ordinary,”