Fish is natuurlijk wel een hele rare naam voor een man. Maar er is een logische verklaring voor.... De Schotse Derek William Dick wordt in zijn jongere jaren door vrienden tot Fish omgedoopt. Hij zou namelijk onder het genot van een hapje, een drankje en een muziekje het liefst uren in zijn badkuip dobberen.
Houthakker
Derek doet een opleiding tot houthakker, maar beseft zich dat een leven in de muziekindustrie toch écht meer voor hem is weggelegd. (Ondanks zijn mislukkingen op dat vlak tot dan toe. Hij is uit zijn schoolkoor getrapt en zijn bandje wil niet van de grond komen.)
Londen
Fish vertrekt naar het rockwalhalla Londen en vindt daar een aantal muzikanten die met hem de band Marillion vormen. Hier wordt de basis gelegd voor de opmerkelijke wederopstanding van de symfonische rock. Dankzij Marillion krijgt Fish de kans zich te ontwikkelen tot zanger en bühnepersoonlijkheid. Samen maken ze er zeven intense jaren van, waarin de boomlange Schot zich toelegt op het schrijven van zware en complexe teksten vol symbolen en beeldspraak.
Onrust
Het is voor D.W. Dick een onstuimige periode vol drank, dope, enkele succesvolle cd’s en een wereldhit: 'Kayleigh'. Fish vertrekt in ’88 uit Marillion na een combinatie van onvrede over elkaars levenswijze, muzikale en tekstuele bijdragen en de te volgen koers. Er volgt een jarenlang juridisch gevecht. Fish gaat ondertussen solo verder en gaat iets meer de folk kant op. Ondanks de matige verkoopcijfers van zijn solo-cd’s trekt Fish nog altijd volle zalen.